Regelmatig ontvang ik mails en brieven met betrekking tot AJAX. De meeste schrijvers denken nog steeds dat ik iets met AJAX te maken heb. Dat ik iedereen daar ken en dat ik voor iedere wedstrijd v rijkaarten ontvang. Helaas is dat niet zo.

Ik ben bij Ajax, na vijftien seizoenen als fysiotherapeut gewerkt te hebben, weggegaan op een niet “zo plezierige manier”. Dat was oktober 1972. Mijn laatste geblesseerde speler was Jan Mulder met zijn knieblessure.

Toen was AJAX nog een “gewone” voetbalclub met een bestuur dat bestond uit mensen die echt verstand van voetbal hadden en alles deden om de club in de top van het voetbal te laten meedraaien. De beste voorzitter die ik heb meegemaakt was Jaap van Praag. Hij had als slogan: “Ons kapitaal moet niet op de bank staan, maar in het veld”. Dat was toen. AJAX had een penningmeester Henk Timman, hij werkte bij de belastingdienst, Hij zorgde voor de financiën.

Tegenwoordig is AJAX een op de beurs genoteerd bedrijf. Men is aan handen en voeten gebonden. En dat botst vaak met het echte voetbal. Technische zaken worden behartigd door Hamstra en Huntelaar. Maar….iedere beslissing die zij nemen moet goedgekeurd worden door de Raad van Commissarissen. Zijn dat ex-voetballers, mensen die een toekomstige speler voor AJAX hebben gevolgd? Nee het zijn bestuurders die op het geld moeten passen. In de Raad zitten Leen Meyaard geboren 25 mei 1961, Annette Morsman geboren 23 augustus 1967, Ernst Ligthard (advocaat) geboren 2 juni 1969, Peter Mensing geboren 12 maart 1960 en Georgette Schlock geboren 4 augustus 1971 en Danny Blind, technische zaken.

Als men bij AJAX een speler wil kopen, die door Hamstra en Huntelaar, na zorgvuldige scouting, is geselecteerd dan moet het te betalen bedrag eerst worden goedgekeurd door de RvC en Susan Lenderink, CFO (chief financial officer). Dat botst regelmatig met de 2 H’s. Zij bepalen dan of het ‘nodig’ is en zo niet dan gaat de koop niet door. Ik ben het daar niet mee eens.

Er waren ook mails over Ten Hag. “Of ik het er mee eens ben dat hij spelers meeneemt”? Ik vind dat een trainer uiteraard mag vertrekken als hij zich kan verbeteren. Dat is in het bedrijfsleven ook zo. Maar ik vind het geen goede zaak dat hij dan ook de beste spelers meeneemt naar zijn nieuwe club. Hij verzwakt dan zijn oude werkgever. Natuurlijk ontvangt, in dit geval AJAX, veel geld, maar is dan wel een of meer spelers kwijt. Ik vind dat kwalijk. Maar vergeet niet voetbal is big business geworden.

Tot slot, ik heb nooit meer een (adviserende) functie bij AJAX gekregen. Ik mocht er zelfs de eerste jaren, van het toenmalige bestuur, niet meer komen. Nu heb ik een vaste plaats als lid van Lucky AJAX.

En het is waar was velen zeggen: “AJAX zit in je hart”. En dat blijft.

Tot de volgende column.

De laatste weken word ik overspoeld met vragen over de speler van Ajax Nouri. Het is natuurlijk altijd vreselijk als er een zeer ernstig letsel op het sportvel plaatsvindt. Meestal is er direct adequate hulp ter plekke. Allereerst bij de amateurs iemand van de EHBO of een bekwame trainer. Is het ernstig, hersenschudding, botbreuk dan wordt de speler of speelster doorverwezen naar de arts of ziekenhuis. Bij de professionele sport gaat het iets anders, maar het komt op het zelfde neer. Bij een club moet een bekwame fysiotherapeut aanwezig zijn. Daarnaast een echte sportarts, geen huisarts die sport leuk vindt. Natuurlijk moeten er op het sportveld en in de zaal de nodige hulpmiddelen aanwezig zijn. Bijvoorbeeld een defibrillator, brancard, enz. Gelukkig gebeuren er niet vaak ernstige blessures. Wel komen er veel te veel blessures voor. Niet alleen door slechte voorbereiding op een sportprestatie, maar ook verkeerd schoeisel. Van groot belang is ook het preventief tapen. Vaak hoor ik dat men dat niet doet omdat men niets mankeert. Dan moet men juist tapen, om geen enkelblessure op te lopen. Een keeper moet ook vaak zijn haar vingers tapen. Ook volleyballers en basketballers zie je het vaak doen. Vooral in Amerika zijn ze fan van het tapen en zwachtelen. Veel trainers eisen het ook. Net zo als het dragen van scheenbeschermers bij het voetbal.

Dan Nouri. Gelukkig komen deze ongelukken niet vaak voor. Maar als een speler of speelster een hartstilstand heeft gekregen dan moet men direct ingrijpen. Als er een defibrillator aanwezig is, op het veld, moet men die direct gebruiken en geen seconde wachten. Meestal is dat levensreddend. Heeft men geen defibrillator bij de hand, dan direct hartmassage en mond op mond beademing. Ook als het later niet nodig bleek te zijn is het de enige remedie bij een (vermeende) hartstilstand. Het blijkt nu dat dit bij Nouri niet is gebeurd. Dat is op zijn zachts gezegd heel erg.  Niet alleen voor Nouri zelf, maar zeker ook voor de familie en ook voor de club fysiotherapeut en de sportarts.

Dat verzorgers goed op de hoogte moeten zijn van blessures blijkt nu wel met het wereldkampioenschap voetbal. Ok met de woorden van Michels te eindigen, hier zie je dat voetbal oorlog is.

‘Tot vanavond en lief zijn hoor!’ Dat zijn de laatste woorden van moeder als ze Salo in 1941 naar school brengt. Enkele uren later wordt ze bij een razzia opgepakt en samen met haar man afgevoerd naar Westerbork, het tussenstation naar de eindbestemming Auschwitz. Daar worden de ouders van Salo vermoord. De 5-jarige Salo duikt met hulp van zijn oom en tante onder en overleeft zo de oorlog.

Volgende week zondag vertelt Salo Muller zijn verhaal tijdens de maandelijkse ooggetuigenlezing in Herinneringscentrum Kamp Westerbork. Ook zette hij zijn oorlogsgeschiedenis op papier, het boek ‘Tot vanavond en lief zijn hoor!’ is te koop in onze boekwinkel.

27 Mei 2018. Zondag van 14:00 tot 15:00

https://www.facebook.com/events/442459756197763/

Tot vanavond en lief zijn hoor!

oorlogsherinneringen

Salo Muller

Salo heeft in de Tweede Wereldoorlog als Joods kind vanaf 1942 ondergedoken gezeten nadat hij vanuit de crèche van de Hollandsche Schouwburg werd gered. Hij zat ondergedoken op acht adressen, onder meer in Friesland, waar hij Japje werd genoemd. Zijn beide ouders zijn omgekomen in Auschwitz. De onderduikouders die de jonge Salo anderhalf jaar onder hun hoede namen, Klaas Vellinga en Pietje Heddema-Bos, zijn in 2008 geëerd met een Yad Vashem eremedaille. Over zijn belevenissen in de oorlogsjaren schreef hij Tot vanavond en lief zijn hoor!. Dit waren de laatste woorden die zijn moeder tegen hem sprak toen ze hem bij de kleuterschool afzette. Die dag werd ze opgepakt door de Duitsers.

Salo Muller (Amsterdam, 29 februari 1936) werd bekend als fysiotherapeut van Ajax ten tijde van de hoogtijdagen in de jaren zeventig. Hij zat naast Rinus Michels op de bank en behandelde de blessures van Johan Cruijff en Piet Keizer.

Over zijn belevenissen tijdens de gouden jaren van Ajax schreef hij in 2006 het boek Mijn Ajax. Na Ajax richtte hij zich op het opbouwen van zijn fysiotherapie praktijk. Hij was daarnaast dertig jaar lang hoofdredacteur van het blad voor de fysiotherapie, Fysioscoop, en schreef een tweetal boeken over blessures. In 2007 verscheen Blootgeven, een boek over zijn werk als fysiotherapeut. Muller beschrijft hierin een groot aantal van zijn bijzondere patiënten. In 2013 debuteerde Salo Muller met zijn roman De foto. Het thema van dit boek is wederom de Holocaust. Het waarom van deze tragedie laat hem niet los. ‘Er gaat geen dag voorbij of ik moet wel even huilen.’

Bestel het boek

Lezingen voor bedrijven
Vanuit de onderduik en na verlies van bijna zijn gehele familie tijdens de Holocaust heeft Salo zijn leven vorm gegeven en was hij onderdeel van het grote succes van Ajax eind jaren zestig, begin jaren zeventig. Hij geeft lezingen op maat, afhankelijk van de wens van het bedrijf of organisatie.

Lezingen voor scholen 
Via Stichting Schoolbuurtwerk geeft hij gastlessen op scholen in Amsterdam in het kader van herdenken en vieren. www.schoolbuurtwerk.nl. Daarnaast is Salo aangesloten als gastspreker van het Landelijk Steunpunt Gastsprekers WOII-heden verbonden aan het Herinneringscentrum Kamp Westerbork (ooggetuigen in de klas). www.steunpuntgastsprekers.nl

Motivatietraining
Hoe haal je de top in de sport of het bedrijfsleven? Salo legt uit op basis van zijn ervaringen bij Ajax en zijn carrière als topfysiotherapeut welke factoren bepalend zijn voor succes.

 

Sport en ongevallen

Salo Muller

Wekelijks gebeuren er op sportvelden en in sportzalen ongevallen: van zeer lichte tot heel ernstige, soms zelfs fataal aflopend. Hoe schieten op zulke onprettige momenten scheidsrechters, trainers, coaches, spelers, publiek te hulp?

Soms zijn er deskundigen ter plaatse die op verantwoorde wijze kunnen ingrijpen, maar helaas komt het al te vaak voor, dat onwetendheid leidt tot handelingen die eerder ongunstig dan heilzaam zijn. Wat dus te doen in omstandigheden dat sportlieden tijdens het spel een ongeval krijgen?

Winterthur Verzekeringen vond de Amsterdamse fysiotherapeut Salo Muller bereid, hierover (en over andere onderwerpen!) lezenswaardige artikelen te schrijven. Salo Muller weet waarover hij praat en schrijft, want hij heeft heel wat ‘routine’ opgedaan: veertien jaar fysiotherapeut bij het Amsterdamse ‘Ajax’ – ook in Toronto heeft hij veel ervaringen opgedaan met Canadese professionele (ijshockeyers en rugbyspelers) – en niet te vergeten zijn dagelijkse praktijk in de hoofdstad.

‘Wil je dat ik mij laat besnijden?’
Roosje wist het allemaal niet meer. Wat een toestand. Ze kende Henk nu ruim een jaar en op de eerste drie maanden na, was het een en al ellende. Gelukkig was haar moeder een beetje bijgedraaid, maar haar vader wilde nog steeds niets van haar en Henk weten.

Zo begint de grotendeels naoorlogse fa- miliekroniek over de Joodse familie Nunes Vaz. Salo Muller beschrijft in een hoog tempo de ups en downs van deze familie – totdat ze allemaal gestorven zijn! Tragiek, welvaart, geluk, overspel, passie, seks, pech, humor, ziektes en treurige lotsbestemmin- gen – het zijn allemaal ingrediënten van deze wervelende tweede roman van Salo Muller.

Salo (Amsterdam, 29 februari 1936) heeft in de Tweede Wereldoorlog als Joods kind vanaf 1941 ondergedoken gezeten nadat hij vanuit de crèche van de Hollandse Schouwburg werd gered. Hij zat ondergedoken op acht adressen, onder meer in Friesland, waar hij Japje werd genoemd. Zijn beide ouders zijn omgekomen in Auschwitz. De onderduikouders die de jonge Salo anderhalf jaar onder hun hoede namen, Klaas Vellinga en Pietje Heddema-Bos, zijn in 2008 geëerd met een Yad Vashem eremedaille. Over zijn belevenissen in de oorlogsjaren schreef hij het boek Tot vanavond en lief zijn hoor! Dit waren de laatste woorden die zijn moeder tegen hem sprak toen ze hem bij de kleuterschool afzette. Die dag werd ze opgepakt door de Duitsers.

Salo Muller werd bekend als fysiotherapeut van Ajax ten tijde van de hoogtijdagen in de jaren zeventig. Over zijn belevenissen tijdens de gou- den jaren van Ajax schreef hij in 2006 het boek Mijn Ajax (herdruk 2017: Mijn Ajaxjaren). Na Ajax richtte hij zich op het opbouwen van zijn fysiotherapie praktijk. Hij was daarnaast dertig jaar lang hoofdredacteur van het blad voor de fysiotherapie, Fysioscoop, en schreef een tweetal boeken over blessures. In 2007 verscheen Bloot- geven, een boek over zijn werk als fysiothera- peut. Muller beschrijft hierin een groot aantal van zijn bijzondere patiënten. In 2013 debuteerde hij als romanschrijver met De foto.

Bestel het boek

 

Mijn Ajax

openhartige memoires van de talisman van Ajax in de gouden jaren ’60 en ’70

Salo Muller

Mijn Ajax is een uniek boek dat ons een kijk gunt achter de schermen van een miljoenenorganisatie, waar het niet allemaal rozengeur en maneschijn was.

Salo Muller (1936) was van 1959 tot 1972 fysiotherapeut bij Ajax. In het voorwoord noemen Hugo Borst en Simon Kuiper hem de ideale man om het gouden Ajax te beschrijven. Als fysiotherapeut en verzorger kende hij alle geheimen. Door middel van 54 verhalen haalt hij herinneringen op uit deze periode over de verzorging en samenwerking met de spelers en trainers: de samenwerking met Rinus Michels, Johan Cruijff, Sjaak Swart, kampioensfeesten, blessures, overwinningen etc. Tot slot zijn enkele hoofdstukken gewijd aan het conflict waardoor hij vertrok en hoe hierop van buitenaf werd gereageerd. Het zijn zeer goed leesbare verhalen met veel anekdotes over het gouden Ajax. De verhalen worden ondersteund met enkele zwart-witfoto’s.

Bestel het boek

De foto – roman

Salo Muller

‘Ik heb nog één foto kunnen achterhalen. Eén kiekje waar veertig mensen op staan. Mijn vader en moeder, opa en oma, tantes en ooms en natuurlijk mijn nichtjes en neefjes. Niet één is er teruggekomen. Ze zijn allemaal omgebracht. En nu zeg ik het nog netjes. Ze zijn door die schoften van Duitsers vergast of misschien wel doodgeslagen. Wie zal het zeggen?’

Salo Muller (Amsterdam, 29 februari 1936) werd bekend als fysiotherapeut van Ajax ten tijde van de hoogtijdagen in de jaren zeventig.

Salo heeft in de Tweede Wereldoorlog als Joods kind vanaf 1941 ondergedoken gezeten nadat hij vanuit de crèche in de Hollandsche Schouwburg werd gered. Hij zat ondergedoken op acht adressen, onder meer in Friesland, waar hij Japje werd genoemd. Zijn beide ouders zijn omgekomen in Auschwitz. De onderduikouders die de jonge Salo anderhalf jaar onder hun hoede namen, Klaas Vellinga en Pietje Heddema-Bos, zijn in 2008 geëerd met een Yad Vashem eremedaille. Over zijn belevenissen in de oorlogsjaren schreef hij het boek Tot vanavond en lief zijn hoor. Dit waren de laatste woorden die zijn moeder tegen hem sprak toen ze hem bij de kleuterschool afzette. Die dag werd ze opgepakt door de Duitsers.

Over zijn belevenissen tijdens de gouden jaren van Ajax schreef hij in 2006 het boek Mijn Ajax. Na Ajax richtte hij zich op het opbouwen van zijn fysiotherapie praktijk. Hij was daarnaast dertig jaar lang hoofdredacteur van het blad voor de fysiotherapie, Fysioscoop, en schreef een tweetal boeken over blessures. In 2007 verscheen Blootgeven, een boek over zijn werk als fysiotherapeut. Muller beschrijft hierin een groot aantal van zijn bijzondere patiënten.

Bestel het boek

Blootgeven

verhalen rond de massagetafel

Salo Muller

Salo Muller was amper afgestudeerd als fysiotherapeut in 1961 of hij werd verzorger bij zijn droomclub Ajax. Hij maakte de legendarische jaren mee van Johan Cruijff, Rinus Michels, Johan Neeskens, Piet Keizer, Ruud Krol, Sjaak Swart, om er maar enkelen te noemen. Ze kwamen allemaal op zijn massagetafel terecht.

Salo Muller had ook een eigen praktijk en toen hij in 1972 Ajax verliet, bouwde hij die, samen met vier medewerkers, uit tot één van de meeste bezochte praktijken van Amsterdam. Naast de vele sportmensen lieten zich ook vele bekende Nederlanders behandelen: Johnny Kraaijkamp, Rijk de Gooyer, Ton van Duinhoven, Robert Long, Marco Bakker, Pia Beck, Imca Marina, Karel Appel, Prins Bernhard (telefonisch), om nog te zwijgen van internationale sterren als filmacteur Rex Harrison, balletdanser Rudolf Nureyev of de Russische clown Oleg Popov. Het waren prachtige jaren met fantastische mensen en dolle avonturen, want elke patiënt bracht wel zijn eigen verhaal van liefde, seks, geld en (on)geluk met zich mee naar de behandelkamer. Salo Muller, inmiddels met pensioen, geeft in Blootgeven voor het allereerst de leukste anekdotes uit zijn praktijk prijs. Op zijn Salo Mullers, dat wil zeggen: met jolige Amsterdamse humor.

Bestel het boek